Schrijftips
Kadé Bruin zegt: "Alles wat we schrijven, is een vertaling". En dat klopt. Schrijven is het vertalen van een gedachte, idee, gevoel, emotie, etc. naar een verhaal. En iedere auteur doet dit op zijn/haar eigen manier, moment, plek. Op het internet zijn genoeg ideeën en tips te vinden, mocht u even vastlopen.
Om u een beetje op weg te helpen heb ik hier een aantal algemene schrijftips voor u verzameld:
Bepaal voor wíe u schrijft: doelgroep
Een kinderboek kent een andere opbouw en zéker ander taalgebruik dan een erotische roman voor volwassenen. Als u hebt bepaald voor wie u schrijft, hebt u meteen een beeld van de interesses en het taalgebruik van uw doelgroep.
Voorbeeld: populair tegenwoordig is Young Adult (YA), waarbij de leeftijdscategorie van de lezers ligt tussen de 13 en 30 jaar. Onderwerpen als puberteit, seks, angst en emotie spelen een grote rol bij deze leeftijdscategorie. Moeilijke woorden zijn af te raden; gebruik woorden en termen die door de YA wordt begrepen (spreektaal).
Doe onderzoek
Heel belangrijk als u over een heel specifiek onderwerp schrijft: onderzoek naar dit onderwerp. Des te meer u weet over het onderwerp, des te duidelijker u dit kunt beschrijven en de werkelijkheid eer wordt aangedaan.
Voorbeeld: schrijft u over Parijs, benoem dan straten en (al dan niet beroemde) gebouwen, beschrijf de gewoontes in cafés, specifieke Franse gerechten in restaurants, etc. Dit maakt uw verhaal geloofwaardiger.
De grote lijnen
Noteer voor uzelf de grote lijnen van het verhaal. Laat de details nog maar even zitten, die komen later wel! Zorg dat het verhaal - de grote lijn - voor uzelf duidelijk is en borduur dáár op verder.
De details
Als u de grote lijnen van uw verhaal duidelijk hebt, kunt u beginnen met de details. Beschrijf alle karakters, met name de hoofdpersonen, tot in detail, zodat er een concreet beeld ontstaat van deze personen. Beschrijf belangrijke plaatsen en/of gebouwen tot in detail. Enzovoort.
Voorbeeld: als u uw hoofdpersoon beschrijft, beschrijf dan zijn/haar uiterlijk en karakter, of hij/zij religieus is, welke religie hij/zij aanhangt en hoe streng, hoe hij/zij zich normaal gesproken kleedt, geboorteplaats, jeugd, familie, opleiding, werk, etc.
Begin - midden - einde: spanningsboog
Elk verhaal heeft een pakkend plot nodig: een informatief en krachtig begin, een goede verhaallijn, liefst onverwachte wendingen, een correct einde. Breng spanning aan in uw verhaal!
Structuur: de hoofdstukken
Verdeel uw verhaal in logische en duidelijke hoofdstukken. Ook de titels van de hoofdstukken zijn belangrijk; geeft u ze een nummer in plaats van een titel, dan is dit duidelijk. Geeft u ze een titel, zorg er dan voor dat de titel ook daadwerkelijk slaat op waar het hoofdstuk over gaat. Gebruikt u eigennamen als titel, let er dan op dat u niet de ene keer het hoofdstuk bijvoorbeeld 'Natasha' noemt en de volgende keer 'Natas'; kies één vorm en handhaaf die.
Geef niet op!
Er kunnen periodes zijn dat u voor uw gevoel amper de tijd hebt om te schrijven, dat u de inspiratie ineens mist, dat u niet weet hoe het verhaal verder moet, etc. Geef het niet op! Blijf geloven in uzelf en in uw verhaal. Laat uzelf niet gek maken door uzelf! Doe even iets compleet anders en verzet uw zinnen. Laat uw verhaal even helemaal los.
U zult zien dat u dan na verloop van tijd ineens weer de motivatie en inspiratie vindt om verder te gaan. Of, als dat u helpt en u dat prettig vindt: maak een planning en plan schrijftijd in.
En verder...
- Schrijf óf in de verleden tijd óf in de tegenwoordige tijd. Ga dit niet mixen (Hij liep naar beneden en besluit zijn zus te roepen. Correct is: Hij liep naar beneden en besloot zijn zus te roepen.).
- Vermijd té lange zinnen, maar ook te korte!
- Vermijd té veel herhalingen (Annie werd wakker. Annie keek op haar horloge. Annie zag dat het al laat was. Beter is: Annie werd wakker en keek op haar horloge. Ze zag dat het al laat was.).
- Pas op met moeilijke woorden (doelgroep!).
- Gebruik spellingscontrole.
- Bij twijfel (woorden, plaatsen, onderwerpen, etc.): gebruik een zoekmachine.
- Schrijf zo beeldend mogelijk.
Eindcontrole
Ze zeggen: schrijven is schrappen. En dat klopt. Echter, doe dit pas aan het einde van uw verhaal, als het helemaal af is! Het is absoluut af te raden om dit tíjdens het schrijven al te doen! En uiteraard: als er aanvullingen nodig zijn om iets te verduidelijken, voeg die dan toe.
Flaptekst
Zorg dat de omslag van uw boek pakkend is, aanlokkelijk, verleidelijk, tot lezen uitnodigt. En natuurlijk een correcte weergave is van uw verhaal.
Wees echter niet té uitgebreid over het plot; het is de bedoeling dat de potentiële lezer nieuwsgierig wordt!
Proeflezers
Feedback is altijd belangrijk. De 'gouden regel' is dan ook: zorg voor proeflezers. Hoe meer hoe beter! Zij kijken met andere ogen naar uw verhaal en kunnen met hun feedback een waardevolle aanvulling zijn voor u als auteur, zowel voor als na redactie.
Let er hierbij wel op dat de proeflezers niet té dicht bij u staan (familie, vrienden); mensen die dicht bij u staan vinden het vaak moeilijk om 100% eerlijk naar u te zijn. En dat is nu nét wat u als auteur nodig heeft: eerlijkheid!
Nog een tip als het gaat om uw proeflezers: ga niet met ze in discussie. Luister naar hun feedback en realiseer u dat uw proeflezers uw verhaal compleet ánders kunnen lezen dan u het hebt bedoeld. Natuurlijk blijft het altijd uw eigen keuze of u iets met hun feedback doet (wat uiteraard wél het advies is!).